Over I Muvrini en stichting Umani.

 

Van hier – tot in het hart van de mensheid. Dat zegt, zingt en schrijft Jean-Francois Bernardini, frontman van de Corsicaane poppolyfoniegroep I Muvrini.

 

De bezetting van deze groep toont aan dat het zingen in de eigen taal helemaal niet haaks moet staan op verwelkomen van andere culturen. Neen, ze bestrijden elkaar niet. Wel integendeel: ze vullen elkaar aan. Zowel op gebied van zang, ieder in zijn eigen taal, als in de muziek, up-temporitmes en melancholische tot zwoele zang.

 

I Muvrini toont een andere weg dan het vastgeroest, conservatieve nationalisme dat wij in Vlaanderen kennen. Zoals het bij ons poorten sluit, opent het deuren daar in Corsica. “Ne fermez pas la porte!” zei JF Bernardini enkele jaren geleden. Sluit de deur niet. Niet voor de eigen bevolking, niet voor diegene die van buiten komen.

 

Deze zanger is echter meer dan enkel een zanger: hij stichtte ook de 'Associu pé una fondazione di Corsica'. Een stichting die zich tot doel stelt het Corsicaans als taal de verdedigen, maar ook om het Corsicaanse geitenras in ere te herstellen, steun te bieden aan landloze boeren in Brazilië of om elders in het Amazonegebied bomen te redden. Verder ondersteunt de Associu ook een Corsicaanse universiteit en leidt ze activisten in geweldloos verzet ('no viulenza') op.

 

Dat is andere koek, dan wat wij hier kennen. Ik voel mezelf hier veel beter bij aansluiten dan het zegevierende negativisme dat onze nationale beweging kent. Het kan nooit slechter, maar goed dat zeker niet.

 

Bij deze Corsicanen is er een zekere melancholie, dat eigen is aan de Corsicaan, maar evenzeer een onuitputtende drang naar rechtvaardigheid en aanvaarding in hun zijn. Nogmaals Jean-Francois Bernardini, “Het gaat mij niet om het Corsicaans, maar om het zijn”. Dat je een taal spreekt is geen toeval; het is ook niet iets om bijzonder fier op te zijn; het is gewoon een feit. Punt. Belangrijker is te mogen zijn wie je bent. Met talenten en gebreken.

 

Zoals je eigen naam vaak al een sluier oplicht van wie je bent, zo zegt een cultuur iets over je afkomst. Dat is niets vies: dat is iets moois. Daarom net dat cultuur mensen niet tegen elkaar zou mogen opzetten; ze zou eerder verbindend moeten zijn.