Het sociaal verzet in de Belgische en Franse staten beheerst sinds vele maanden zo goed als constant het nieuws. In Frankrijk veroorzaakte de nieuwe arbeidswet (de zgn. loi El Khomri) een zelden geziene golf van protest die zelf aanleiding gaf tot het fenomeen 'Nuit Debout' waarop mensen van alle leeftijden, werkers, gepensioneerden en werkzoekenden, op vreedzame wijze - tot grote frustratie van de Franse regering - een nieuwe vorm van protest organiseerden. Over deze arbeidswet is al veel inkt gevloeid en het is niet de bedoeling deze hier in detail te ontleden. Toch vertoont deze sterke gelijkenissen met de Wet-Peeters, die met rasse schreden dichterbij komt.

In het kort heeft de Franse arbeidswet voornamelijk tot doel lokale akkoorden in bedrijven en organisaties te bevoordelen op arbeidsovereenkomsten op staatsniveau, een visie die volledig in de lijn ligt van wat economisch-liberale partijen reeds decennialang verdedigen (ook bij ons, zoals de Open VLD en de N-VA). In de praktijk komt het erop neer dat de werkers overgeleverd zullen worden aan de goodwill van hun werkgever om akkoorden te sluiten (loonvoorwaarden, verlof, enz.), een goodwill die snel negatief zal blijken wanneer het bedrijf beweert niet genoeg winst te zullen maken om de aandeelhouders te blijven plezieren. En laten we eerlijk zijn: daar elk bedrijf tot doel heeft zo veel mogelijk winst te maken, zullen de werkers (die immers toch betaald worden om te werken, niet?) en hun rechten steevast het onderspit moeten delven. Toen de Franse regering er niet in slaagde de behandeling van het wetsvoorstel snel genoeg door te drukken in het parlement, riep premier Valls op 10 mei het vertrouwde 'artikel 49-3' van de Franse Grondwet in. Dat stelt dat de regering een wetsvoorstel mag aanvaarden zonder dit ter stemming voor te leggen in het parlement, tenzij er tegen de maatregel binnen de 24 uur een motie van wantrouwen voorgelegd wordt en de regering valt. Zo wordt het wetsvoorstel dus door de keel van de volksvertegenwoordigers geduwd, zonder enige stemming. Deze maatregel wordt in principe slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden toegepast, maar het is de Franse PS-regering blijkbaar menens om binnen dezelfde legislatuur zoveel mogelijk verworvenheden naar de maan te helpen. Iets meer dan een jaar geleden maakte diezelfde regering er al van gebruik om de Wet-Macron goed te keuren, die onder meer nachtarbeid versoepelt, net als werken op zondag. De woede van werkers en werkzoekenden is ongezien in de recente Franse politieke geschiedenis, en zindert nog dagelijks na.

Dichter bij huis is de situatie niet zo verschillend. Minister van Werk Kris Peeters (het 'sociale gezicht' van de regering, volgens sommigen) wil, analoog aan de Franse arbeidswet, werk veel flexibeler maken ten koste van onze werk- en levenskwaliteit. In het kort:

* Annualisering van de werktijd: de huidige arbeidstijd van 38u/week zal berekend worden op jaarbasis, wat betekent dat iemand tot 9 uur per dag en 45 uur per week zal kunnen werken. "Maar vermits dit op jaarbasis is, zal deze persoon andere weken veel minder moeten werken al naargelang wat er te doen is", luidt het inmiddels gekende antwoord. We hoeven enkel maar te kijken naar een ander actueel dossier, nl. dat van de NMBS, om te zien hoe goed de werkers erin slagen hun extra werkuren op te nemen - niet dus, als men weet dat er werkers zijn die nog honderden en zelfs duizenden gepresteerde overuren moeten opnemen en dit niet mogen van hun directie omdat er steeds meer productiviteit van hen vereist wordt. Dit zal met deze wet niet anders zijn. Productiviteit en creatie van meer rijkdom gaat voor alles, ten koste van ons leven. Een terugkeer naar de 19e eeuw!

* Een systeem van individuele akkoorden met de 'werkgever', onder meer voor wat het minimum aantal overuren betreft (met alle risico's van dien, zie boven).

* De integratie van occasioneel telewerk op zoveel mogelijk arbeidsplaatsen, waarvan zelfs Eurofound ('Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden') als Europees orgaan zware bedenkingen bij heeft: de woning wordt telkens voor een bepaalde duur een werkplek en dient als dusdanig door de werkgever ingericht te worden (ergonomisch kantoo-meubilair, brandblusa-pparatuur en rookmelders, terugbetaling internet- en telefoonkosten, werkplaats-bezoeken van vertegenwoordigers van het personeel, enz.), wat extreem duur uitkomt voor de werkgever en momenteel zelden of niet uitgevoerd wordt met respect voor de wettelijke verplichtingen, tenzij een vakorganisatie ermee dreigt naar de arbeidsinspectie te stappen. Daarnaast is het veel moeilijker om een eventueel ongeluk te wijten aan de arbeidsomstandigheden als arbeidsongeval te laten beschouwen, met alle gevolgen van dien voor het personeelslid. En dan is er nog de kwestie van vorming en controle op de werkende. Het geheel is te ingewikkeld om in praktijk werkbaar te zijn. Bovendien wijst de praktijksituatie uit dat telewerk vooralsnog verstrekt wordt aan enkele geprivilegieerden, die dan nog voornamelijk van het mannelijk geslacht zijn. Maar laten we eerlijk zijn: telewerk is bovenal een manier om stakingen te omzeilen en om mensen te laten werken tijdens stakingsdagen, waardoor deze vorm van sociaal protest monddood wordt gemaakt.

* Nachtarbeid vanaf 22u: momenteel geldt elke arbeidsprestatie tussen 20u en 6u als nachtarbeid, wat ook meer betaald wordt. Voor Peeters mag dit 22u worden, waardoor prestaties van 20 tot 22u als minder vergoede dagprestaties beschouwd zullen worden.

* En zo kunnen we nog wat verder gaan... een levenslang interimcontract zonder recht op werkloosheidsvergoeding voor wie een baan weigert, minder pensioen, minder sociaal overleg en een maximale overlevering aan de goodwill van de Heilige Werkgever, wiens beleid niet in twijfel getrokken mag worden.

In de regimepers waren de aanvallen op de vakbondsacties van de voorbije maanden dagelijkse kost. De realiteit is evenwel dat er geen andere keus is dan het sociaal verzet op te drijven, willen we nog toekomst én een leven hebben. Onderzoek toonde ook aan dat een grote meerderheid van de bevolking voorstander is van syndicale acties tegen het regeringsbeleid1 en dat Vlaanderen in 2014 meer stakingsdagen telde dan Wallonië2. Hoewel de gegevens vaak relatief zijn, ondervinden vakbonds-vertegenwoordigers op het terrein dagelijks massale steun bij de werkers die hun arbeidsomstandigheden alsmaar zwaarder zien worden en alsmaar meer het slachtoffer worden van burn-outs en andere arbeidsgerelateerde ziektes.

Welk alternatief?

De V-SB onderschrijft de alsmaar luider klinkende eis vanuit de sociale bewegingen om een duidelijk en breed maatschappelijk debat te voeren over de organisatie van arbeid en arbeidsduurvermindering, om onder meer de creatie van meer banen mogelijk te maken en arbeidsongevallen en ziekte tegen te gaan, en uiteindelijk een beter leven mogelijk te maken. Laat het duidelijk zijn dat het aan de werkers en hun vertegenwoordigers is, net als aan de sociale bewegingen en drukkingsgroepen, om te bouwen aan eigen alternatieven voor de toenemende politieke druk naar alsmaar meer flexibiliteit en winstbejag. Hierin is het ook cruciaal dat consequent links samenwerkt, los van alle taboes, sektarisme, vooroordelen en electorale overwegingen. Sociaal verzet mag zich niet beperken tot de actieplannen van de vakbonden, maar moet zich uitbreiden tot een breed politiek terrein, in de straten, op de werkvloer, op café, op de markten, ... De panische angst en frustraties van de Franse regering bij de populairder wordende Nuit Debout-acties en het toenemende sociaal verzet tegen de Franse arbeidswet zijn een mooi voorbeeld dat de grootste angst van de politiek de samenwerking van links en progressief is, tégen haar beleid. Dit is mogelijk. Daar gaan we voor.

 

1. Zo'n 69% procent van de Vlamingen in 2014 volgens de IPSO-KUL-studie van socioloog Marc Swyngedouw (http://soc.kuleuven.be/ceso/ispo/downloads, ISBN: 9789067841917).

2. Bron: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Kanttekening bij deze studie: de cijfers worden berekend op basis van de hoofdzetel van de bedrijven, een helemaal exact beeld van het exacte aantal stakende Vlamingen en Walen bestaat uiteraard niet.