Dit is niet de 1 mei 2020 zoals we ons die een paar maanden geleden nog voorstelden. Net zoals het dagelijkse leven van de meesten onder ons opeens helemaal anders is geworden dan de weken, maanden en jaren voordien.

Zelden zijn de kwalijke gevolgen van het neoliberalisme en de mondialisering zo tastbaar geweest – toch niet in onze streken. Immers, de verspreiding van het virus is nauw verbonden met de manier waarop de wereldeconomie op dit ogenblik georganiseerd is. Het virus is voor een groot gedeelte meegesurft op de internationale handelsstromen, waarbij – in navolging van de liberalisering van de kapitaalmarkten – de goederenproductie steeds meer op wereldschaal plaatsvindt. Bovendien kan ook het gebrekkige antwoord van de overheden niet los gezien worden van de gemondialiseerde arbeidsdeling, waarbij industriële productie steeds meer “geoutsourced“ wordt. Het is waanzinnig dat we voor de productie van onze mondmaskers afhankelijk zijn van China en dat de Belgische staat zich reduceert tot klant en speelbal op een internationale markt, waar de wet gedicteerd wordt door de traders – mensen die de mondmaskers opkopen en duurder doorverkopen.

 

Maar ook de neoliberale ondergraving van de openbare diensten laten zich voelen, en dan in de eerste plaats de onderfinanciering en de vermarkting van de gezondheidszorg. Het is niet voor niets dat de gezondheidswerkers in het najaar een manifestatie plannen. Iedereen die dezer dagen ’s avonds voor hen applaudisseert, is het aan zichzelf verplicht om daar – als zij of hij kan – aanwezig te zijn.

De gevolgen van het neoliberale beleid zien we trouwens des te extremer in de Italiaanse staat. De wijze waarop het Noord-Nederlandse kabinet de zaken voorstelt en inspeelt op het van bovenaf bevorderde clichébeeld van het spilzuchtige Zuiden en het verantwoordelijke (want de neoliberale leer veel strenger gehoorzamende) Noorden is bijzonder cynisch: weinig Europese staten zijn zo goede leerlingen van de financiële orthodoxie geweest als de Italiaanse. Van de laatste 25 jaar heeft de Italiaanse staat immers 24 jaar een primair begrotingsoverschot gehad. En in het bijzonder de deelstaat Lombardije heeft onder het bestuur van de voormalige independentisten van de Lega een gezondheidszorgbeleid gehad dat gericht was op de versterking van de privéspelers en de afbouw van de lokale en openbare gezondheidszorg. Het resultaat van deze heilsrecepten zien we nu.

We mogen ons niet in slaap laten wiegen door de stelling dat het bij ons al bij al wel meevalt, vergeleken met de Spaanse en de Italiaanse staat. Natuurlijk, bij een dergelijke ingrijpende gebeurtenis is de verleiding groot om te denken dat alles nu wel automatisch anders zal worden. Talrijk waren de opiniestukken waarin verklaard werd dat de crisis nu wel voor iedereen het falen van het neoliberalisme heeft duidelijk gemaakt en dat we onvermijdelijk afstevenen naar een ander model. Maar dergelijke hoop werd ook gekoesterd in 2008, toen de bankencrisis losbarstte – het resultaat was enkel een versterking van het neoliberalisme. Vraag het maar aan de Grieken!

Het neoliberalisme, en het kapitalisme in het algemeen, is al vaak enorm veerkrachtig gebleken. Ook nu kunnen we alleen maar vaststellen dat, ondanks alle retoriek die radicale woorden als duurzaamheid of korte ketens van hun inhoudt berooft, de Europese Unie ook nu weer volop inzet op een mondiaal akkoord voor tariefvermindering voor medische goederen, een afronding van de huidige WTO-onderhandelingen over digitale handel en een voortzetting van de onderhandelingen met de VS om een nieuwe overeenkomst ter vervanging van TTIP te bereiken. Kortom: het antwoord op een probleem dat mee is veroorzaakt door vrijhandel, deregulering en internationalisering van de ketens is volgens de machthebbers … vrijhandel, deregulering en internationalisering van de ketens!

Neen, de verandering zal niet vanzelf komen. Veranderingen zijn geen natuurwetten, maar mensenwerk. Om te vermijden dat de huidige crisis wordt aangegrepen om ook bij ons een neoliberale ‘shockdoctrine’ door te voeren, is het daarom nodig dat we ons nu al klaarmaken voor wat komen zal en dat links zijn eigen voorstellen uitwerkt en verspreid.

De huidige crisis kan ons daarbij helpen. Ten eerste om de redenen die al werden aangehaald, maar ook vanwege het feit dat we de afgelopen weken geen paniek waargenomen omdat deze of gene Grote Charismatische CEO minder gemakkelijk van thuis uitwerkt, laat staan omdat aandeelhouders moeilijker hun aandelen kunnen verhandelen of riskeren een dividendje te missen (behalve bij VOKA, VBO en consoorten, natuurlijk). Integendeel: als er iets is wat de afgelopen weken duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel dat onze samenleving niet draait door het kapitaal, maar door arbeid: de arbeid van het verzorgende en geneeskundige personeel, natuurlijk, maar ook dat van bus-, tram- en metrochauffeurs die hen naar het ziekenhuis brengen, of dat van de werkenden in winkels en warenhuizen waar de bevolking haar voedsel en andere levensnoodzakelijke benodigdheden vindt. Maar ook op de onbetaalde – en daardoor in ons kapitalistische systeem ondergewaardeerde – arbeid: van vrijwilligers allerhande, maar ook dat binnen het huishouden, waarbij het veelal nog steeds hoofdzakelijk om vrouwen gaat.

Dat kapitaal niets opbrengt zonder menselijke arbeid, is ook de reden waarom VOKA en VBO er alles aan gedaan hebben om de druk op de regeringen op te drijven opdat ze ons zo snel mogelijk opnieuw aan het werk zouden krijgen: om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk opnieuw winsten kunnen genereren. Met succes: binnenkort zullen we wel al mogen werken (4 mei), winkelen (11 mei) en misschien zelfs iets gaan drinken of eten (8 juni), maar om onze familie en vrienden te bezoeken bestaat er nog geen streefdatum. Cru gesteld: familie en vrienden bezoeken mag, maar enkel op voorwaarde dat we ermee gaan winkelen of iets mee gaan consumeren…

Met de regelmaat van de klok horen we sectoren, gaande van diepvriesfrietproducenten over restaurants die een afhaaldienst uit de grond stampen tot schoenmakers, oproepen om te blijven kopen zodat de economie niet stilvalt. En vanuit hun standpunt is zoiets uiteraard te begrijpen. Maar het maakt wel erg duidelijk dat ons we consumeren om de economie te doen groeien. Het is dus niet langer zo dat we een economie hebben om onze consumptieproducten te kunnen maken, maar omgekeerd: we moeten consumeren om de economie draaiende te houden.

Dat is dus wat de crisis aantoont:

  • de werkenden zijn niet afhankelijk van het kapitaal, maar het kapitaal heeft wel de werkenden nodig;
  • onze huidige economie staat niet ten dienste van de mens: we produceren niet om te kunnen consumeren, maar in grote mate consumeren we ook opdat er kan worden geproduceerd.

Kapitaal heeft arbeid nodig, niet omgekeerd. Laten we ons bewust zijn van deze kracht, en ze gebruiken om een samenleving af te dwingen waarin de prioriteiten niet bepaald worden door die van anonieme aandeelhouders en waarin de gezondheid van onze medemens niet te grabbel wordt gegooid voor winstbejag, waarin essentiële diensten niet worden opgeofferd in naam van ideologische dogma’s die worden voorgesteld als objectieve efficiëntie. Een samenleving die echt democratisch is: waarin wij samen zelf beslissen over waar we naartoe willen, waarin we kunnen kiezen om de economie ten dienste te stellen van de menselijke behoeften en de belangen van onze leefomgeving, waarin de soevereiniteit – de uiteindelijke beslissingsmacht – niet bij de markten liggen, maar bij de volkeren.