In het VVO-tijdschrift "Nieuw Klimaat" van december verscheen een interview met Miel Dullaert, met goedkeuring van de redactie van Nieuw Klimaat publiceren we het ook in onze nieuwsbrief. (http://www.verbondvlaamsoverheidspersoneel.be/)

 

Wat zijn volgens jou, NU en de komende jaren, de voornaamste uitdagingen waarvoor de vakbonden staan?

Miel Dullaert (M.D.): Die uitdagingen zijn nauw verbonden met de evolutie van de economie en het algemene sociaal-politiek kader. Vlaanderen heeft een specifieke evolutie doorgemaakt in vergelijking met omringende landen: het dominante syndicalisme is cultureel- ideologisch van christelijke signatuur in vnl. een kmo-land, met een sterke dienstensector én industriële kernen van vnl. multinationals rond de grote steden. Er zijn grote veranderingen in de sociale samenstelling van de Vlaamse arbeidersklasse sinds vorige eeuw. Wie in zijn familie – of vriendenkring rondkijkt, ziet vooral mensen die arbeiden in de dienstensector (banken, overheid, onderwijs, zorgsector, media, ziekenhuizen,…) en nog weinigen in de industriële sectoren, de maakindustrie. Het is een grote uitdaging van de vakbondwereld om op die gewijzigde samenstelling aangepaste antwoorden te geven.

Ook de structuur van het kapitalisme is gewijzigd. De vakbonden hebben in de vorige eeuw hun macht opgebouwd binnen het Belgisch staatsbestel. Zij werden ingekapseld in het radarwerk van de Belgische staat en kregen een stem in de uitwerking van het sociaaleconomisch beleid in ruil voor de aanvaarding van de heerschappij van de bourgeoisie. Het moet worden erkend dat de machtspositie die de vakbonden in de staat hebben verworven mede de welvaartsstaat heeft mogelijk gemaakt. De kaarten liggen sinds het neoliberalisme in de jaren tachtig van vorige eeuw van start ging anders. De Belgische bourgeoisie werd op zijn beurt ingekapseld in het multinationaal kapitaal. Vandaag zien we dat de banken, energie, huisvuilophaling, de Vlaamse havens, het onderzoekswerk aan de uniefs onder invloed of zelfs controle staan van buitenlandse economische groepen. Dat maakt ook dat de machtspositie van de Belgische vakbonden ondermijnd is. Ze zijn van partners geëvolueerd naar het ondergaan van de dictaten die elders worden beslist (Ford Genk bijv.).

Vandaag ligt de grootste uitdaging op Europees vlak waar de machinerie van de EU een beleid uitvoert dat frontaal ingaat tegen de bestaande welvaartsstaat. Met hulp van de nationale politieke klasse legt de EU de staten maatregelen op waar de burgers amper iets van weten. Wie kent immers iets van het soberheidsverdrag dat voorziet – indien de negen Belgische parlementen dat goedkeuren – permanente bezuinigingen zullen mogelijk zijn? En de EU zelfs de begroting zal goed- of afkeuren! Of het in de steigers staande transnationale verdrag tussen de EU en de VSA? Er worden maatregelen voorzien die als een atoombom zijn voor de sociale zekerheid en de welvaartsstaat. Multinationals zullen nationale staten voor de rechtbank kunnen slepen indien zij de neoliberale recepten met wetgeving doorkruisen.

De EU voorziet vandaag: vrij verkeer van personen waarvan vnl. mensenhandelaren, misdaadorganisaties en een patronaat op zoek naar goedkope arbeidskrachten profiteren. Samen met maximale privatisering van de openbare diensten heeft dit een enorme impact op de kwaliteit van de werkgelegenheid en dienstverlening naar de Vlaamse burger. Hier ligt de grootste uitdaging voor de vakbonden: hoe het verzet organiseren tegen deze EU- pletwals? De uitdagingen voor de vakbonden en gans de werkende bevolking zijn immens.

 

Zie je de ‘alternatieve’ burgerbewegingen hun traditionele rol overnemen?

M.D.: Burgerbewegingen kunnen een belangrijke complementaire rol spelen, maar ik zie ze niet de rol van de vakbonden overnemen. Toch zouden de vakbonden naar de burgerbewegingen toe hun soms sektarische gedrag moeten overwinnen. Neem bijvoorbeeld de recent opgerichte Alliantie D19-20 (http://www.d19-20.be). Die Alliantie ageert tegen de ultraliberale dominantie aan de EU-top. Het blijkt nu dat binnen de vakbondswereld slechts enkele beroepscentrales en –sectoren aan deze Alliantie en de blokkering van een aantal kruispunten in Brussel op 19 december jl. deelgenomen hebben. De ACOD-LRB- Brussel en de Franstalige CNE (LBC) van het ACV speelden een cruciale rol. Ondanks propaganda in hun vakbonden is de rest van het ABVV en het ACV niet gevolgd.

Tegelijk zie je toch ook goede samenwerkingsvormen ontstaan met nieuwe sociale bewegingen i.v.m. rechtvaardige fiscaliteit, milieu, derde wereld,…

 

Je was actief in de KWB en in de Kommunistische Partij? Hoe sta je tegenover het idee van een eenheidsvakbond zoals in Duitsland?

M.D.: Het was de tijd van de jaren zestig van vorige eeuw toen de syndicale strijd van mijn vader op het werk als ACV-er hem in contact bracht en samenwerking met linkse, communistische syndicalisten, die zelfs vrienden aan huis werden. En dat in volle Koude Oorlog, waar communisten voorgesteld werden als mannen met een mes tussen hun tanden. Er was de bevrijdingstheologie waar naar een synthese werd gestreefd tussen marxisme en christendom. In landen van Afrika, Latijns Amerika waren er links- nationalistische experimenten waar we toen solidair mee waren. Er was heel wat in beweging toen. De idee dat de samenleving kon veranderd worden ten goede leefde sterk. En de Communistische Partij o.l.v. Jef Turf ademde een open sfeer die aansloot bij de Vlaamse werkelijkheid en een zelfstandige eurocommunistische koers wilde varen. Hij trok heel wat intellectuelen aan, hij was zeer bedrijvig in de sociale strijd en als kernfysicus tegen de kernenergie. Ik ontdekte toen ook de Rode Vaan, het Vlaams Marxistisch Tijdschrift…

Over al dan niet een eenheidsvakbond kun je discussiëren. Er zijn verschillende vakbonden, grote en kleine. De sociale geschiedenis in Vlaanderen is anders dan in de ons omringende landen. Ze is wat ze is. Ik denk dat we vooral moeten beseffen dat we de sociale en economische belangen van de werknemers verdedigen. Zolang er maar eensgezindheid is over de grote uitdagingen (zie boven) en de wil om actief op te komen voor de werkende mensen. Trouwens, er is al in grote mate van convergentie over de grote sociaal- economische dossiers. Ik zie liever in Vlaanderen vakbondseenheid dan een eenheidsvakbond.

 

Zie je, zonder daarbij een partijpolitiek verband te leggen, nog een toekomst voor een dieprood socialisme, voor een collectivisering van de productiemiddelen? Of anders gezegd kan Marx opnieuw actueel worden?

M.D.: Marx is al actueel! De uitgeverijen in Berlijn kunnen de vraag naar marxistische boeken niet volgen. Latijns Amerika kleurt rood. Heel wat volkeren gaan in de meest gevarieerde vormen in verzet tegen de kleptocraten en hun maffiose vrienden. Zelfs liberale extremisten zeggen dat de a-sociale regering Di Rupo ‘marxistisch’ is. In Das Kapital zegt Karl Marx honderdvijftig jaar geleden: “Kapitaal is dode arbeid; het kan zoals een vampier, alleen bestaan door levende arbeid uit te zuigen”. Is er iets actueler? Het huidige kapitalisme is een failliete boel die de werkende bevolking doet lijden en de superrijken gelukzalig maakt en zelfs beloont voor hun misdaden (bankiers bijv.). Sommige geleerde economen zoals Paul De Grauwe zeggen zelfs dat het “kapitalisme moet gered worden van de kapitalisten”. Wij zeggen dit ook maar dan om de crisis aan te grijpen om een andere maatschappij op te bouwen. Collectivisering van de productiemiddelen in een overwegend diensteneconomie ruikt te veel naar etatisme, en een ongrijpbare bureaucratie zonder dat het volk daarop enige zeggingsschap heeft, zoals de ervaringen leren.

Er zijn alternatieven voor de crisis. Wijlen Toon Roosens (1929-2003), huisideoloog van het links flamingantisme, zegde het al: er is slechts één machtscentrum voor het volk, en dat is de democratische nationale rechtsstaat”. De groei van het volk naar een potentieel heersende klasse kan niet op supranationaal niveau, dat is een hersenschim. Het ideologische en cultureel proces speelt zich af binnen de natie, de nationale cultuur, bij ons op Vlaams niveau. De strijd voor socialisme in de 21e eeuw is ondermeer de strijd voor de democratisering van de economie waarin de soevereiniteit van het volk hersteld wordt. Ten koste van de aandeelhouders van geprivatiseerde bedrijven waar het privaat winstmotief geldt en niet het belang van het volk. (in sommige landen is geprivatiseerd water duurder dan Coca-Cola). Democratisering, waarin de nationale staat (en vnl. zijn verkozen organen en openbare dienstverlening) zeker een essentiële rol speelt, maar ook het sociaal middenveld zoals vakbonden, ondernemingsraden, consumenten-organisaties, milieuorganisaties, rechtshulp, patiëntenorganisaties, groepspraktijken van dokters, van advocaten, met inspraak en voor hun domein gedeelde beslissingsbevoegdheden met de verkozenen des volks. Economische democratie betekent ondermeer een Vlaamse publieke bank (cfr. ASLK) die de Vlaamse spaargelden aanwendt voor een duurzame, ecologisch vriendelijke diensteneconomie. Het grote Vlaamse spaaroverschot en de grijze massa moeten in de eerste plaats aan de Vlaamse bevolking ten goede komen. Sleutelsectoren zoals energie, openbaar vervoer en sociale zekerheid moeten onder democratische controle komen, de coöperatieve bedrijfsvorm is een belangrijk onderdeel van het economisch leven. Er moet aan inkomensherverdeling gedaan worden, met een rechtvaardige fiscaliteit, bestrijding van fiscale paradijzen. De strijd tegen de armoede mag geen paternalistische liefdadigheid worden, maar verloopt via het pad van de politieke actie tegen de overmatige, opgestapelde rijkdommen in exotische belastingsparadijzen. België is tot op zekere hoogte ook een paradijs, het eldorado voor grote fraudeurs, het is een falende staat. Tegelijk moet de cultureel-ideologische strijd aangegaan worden, om het ‘autistische’ individualisme en consumentisme, de ‘calculerende burger’ van het volkskapitalisme te vervangen door een gemeenschapsvormende cultuur.

 

Moeten de vakbonden rechtspersoonlijkheid krijgen? Wat denk je van de interne democratie, de participatie binnen de vakbonden?

M.D.: Het is de oude droom van liberalen en van rechts om via de rechtspersoonlijkheid de vakbonden te kortwieken, en hen bij stakingen financieel kapot te procederen. In geval van problemen kan een vakbondslid of –verantwoordelijke steeds gedagvaard worden en volstaat het huidige strafwetboek. Wat de interne democratie betreft ken ik alleen mijn eigen centrale, de BBTK. Wat informatie betreft, liggen er in het secretariaat rekken vol brochures over de belangrijkste sociale thema’s, er zijn de vakbondsbladen. Voor sociale dienstverlening volstaat een telefoontje om een afspraak te maken. De participatie van de leden aan de vakbondswerking zou echter beter kunnen. Vooral om mensen weerbaar te maken voor het blinde en onverschillig individualisme ten aanzien van de grote sociale en milieuproblemen die zich stellen. Zoals in elke grote organisatie speelt de “ijzeren wet van de oligarchie” en duiken af en toe schandalen op die uiteraard schade aanrichten aan de geloofwaardigheid van de vakbonden. We verwijzen bijv. naar het grote schandaal van de perikelen van het ACW met Arco en Dexia. Het zijn de zure vruchten van een arbeidersbeweging die het kapitalisme heeft omarmd en alleen de scherpe kantjes wil afvijlen. Of de nauwe vervlechting van de top van de vakbondsbureaucratie met het Belgische establishment, of de te grote greep van de sociaal- democratische politiek die de onafhankelijke werking van het ABVV afremt.

 

De huidige top van de vakbonden ziet geen heil in de ontmanteling van de Belgische staat. Hoe verklaar je dat? En wat denken de militanten, volgen ze hun top?

M.D.: De leiding van de traditionele arbeidersbeweging heeft inderdaad gekozen voor de verdediging van de bestaande Belgische staatsstructuur. Door meer dan honderd jaar strijd heeft zij zich in deze staat een stevige positie verworven. Niet zozeer de basis verdedigt deze structuur maar een grote groep van kaders die dank zij deze positie allerlei comfortabele posities bekleden in het uitgebreide netwerk van openbare en gesubsidieerde overheden en diensten. De traditionele vakbonden vrezen dat met de uitkleding en verdwijning van de Belgische staat hun verworven posities op de helling komen te staan. Jammer is dat de vakbonden doof blijven voor verdere discussies over de hervorming van de staat. Vaak wordt gezegd, dat het verdwijnen van België het draagvlak voor de sociale zekerheid zou versmallen. Maar als je dit doortrekt zouden alleen grote landen de beste sociale zekerheid hebben. Dat is niet zo. Want een sociaal zekerheidssysteem is bij uitstek een politieke kwestie, een strijd voor een maatschappijkeuze en daar heeft de grootte van een land weinig of niks mee te maken.

Bij de militanten is de mentaliteit ongetwijfeld verschillend van vakbond tot vakbond en zelfs van centrale tot centrale. Een nationaal secretaris van de ABVV- metaalcentrale Herwig Jorissen bijv. denkt anders over de staatshervorming dan de meeste van zijn collega’s en wil niet dat de Vlaamse linkerzijde zich blijft verschuilen achter de rug van Waals socialisme. Volgens hem leidt dit – terecht - naar marginalisering in Vlaanderen. Bij het ACV zijn er om historische redenen meer vlaamsvoelende militanten die vandaag voor de N-VA stemmen. In Brussel bijv. heeft de christelijke vakbond statutair gezien het recht om apart te vergaderen tussen Nederlandstaligen (ACV) en Franstaligen (CSC). Over het algemeen blijft het een groot taboe. En de ultraliberale programma’s van de V-partijen spelen in de kaart van diegenen in de vakbondstop die blijven zweren bij de Belgische status quo.

 

Wat is jouw standpunt als vakbondslid tegenover de Vlaamse beweging? Waarom is er, enkele vroegere pogingen niet te na gesproken, nooit of weinig convergentie geweest tussen sociale en Vlaamse strijd? Hoe schat je die situatie in?

M.D.: Ik zou het niet zo minimalistisch bekijken. In de geschiedenis zijn talloze pogingen geweest door invloedrijke personaliteiten die hun bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van Vlaanderen. Juist omdat bij hen sociale strijd en Vlaamse strijd samengingen. In het jonge België, al in de 19e eeuw, ging sociale en Vlaamse strijd samen, denk aan Emiel Moyson, Jacob. Cats, Jan Pelerring, Cesar De Paepe,…Karl Marx verbleef een aantal jaren in Brussel, kende passief Nederlands en had oog en sympathie voor de Vlaamse verzuchtingen. Hij vond het ‘Vlaams’ zo belangrijk dat hij het één van de zes belangrijke Europese talen beschouwde die in aanmerking kwamen om zijn Communistisch Manifest te vertalen. We verwijzen naar socialisten zoals een Hendrik Fayat (Rode Leeuwen), Camille Huysmans, allemaal belangrijke figuren waarin hun sociale en Vlaamse strijd samenging. We denken aan Vlaamsgezinde christen- democraten zoals een Hendrik Heyman, de priesters Adolf Daens en Jozef Cardijn, de sociaal en Vlaams bewogen Daensistische beweging,... En ook communisten zoals een Jef Van Extergem en Bert Van Hoorick van de “Vlaamsche Kommunistische Partij” in de jaren dertig van vorige eeuw. Hun antifascistisch verzet eindigde in de Duitse concentratiekampen, met voor de eerste de dood en de tweede de terugkeer,…Allemaal hebben ze een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het Vlaamse volk door de culturele strijd van het Vlaamse volk en de strijd voor sociale ontvoogding te zien als de vingers van één vuist! Wel is het zo dat het sociaal-flamingantisme in de Vlaamse- en de arbeidersbeweging nooit zo sterk is geworden dat het een zelfstandige beweging kon worden. En dat is te betreuren. Nochtans zijn er sinds kort ernstige pogingen van de jongere generatie om de gecombineerde sociale én Vlaamse strijd organisatorisch beter uit te bouwen. We denken aan de hernieuwde beweging van het Priester Daensfonds vzw, de Vlaamse Socialistische Beweging V-SB, het maandblad Meervoud, de Sociaal- Flaminganten (SFL),…Het zijn kleine maar goed gestructureerde initiatieven. De grote massabewegingen zoals de vakbonden enerzijds en de Vlaamse beweging anderzijds zijn als twee coninckskinderen langs beide oevers van de rivier waarvoor het water alsnog te diep is.

 

Is er nog een rol weggelegd voor de Vlaamse beweging? Hoe zie je dat? Of stel je die rol fundamenteel in vraag nu de politieke mandatarissen in het Vlaams Parlement die rol zouden kunnen overnemen?

M.D.: Een beweging zonder politieke vertaling is steriel, maar een politieke klasse zonder beweging is als een generaal zonder leger. Democratische doelstellingen behaal je niet alleen met verkiezingen, dat is de weg naar de particratie, een brede gemobiliseerde beweging is even noodzakelijk. Wie als politieke klasse geen beweging wil, zegt in feite dat hij zijn doelstellingen opdoekt. Het is dan ook onbegrijpelijk dat een Bart De Wever, het nuttig acht af te geven op de rol van de Vlaamse beweging. Er is nog veel werk in Vlaanderen. Een soeverein en solidair Vlaanderen is nog niet voor morgen! We zijn nog niet zover dat de Vlaamse onafhankelijkheidsbeweging 1 miljoen mensen kan op straat brengen zoals de Catalanen en Basken dat kunnen of, met een gedetailleerd plan, een referendum kan organiseren zoals in Schotland! Een beweging heeft de belangrijke functie om het sociaal draagvlak op te bouwen om de politieke doelstellingen te bereiken. Maar het gaat dieper. Vorming, betogingen en acties bevorderen de discussie en de bewustwording. Acties en betogingen stimuleren de onderliggende idee dat door samen te werken men aan machtsopbouw kan doen. Voor krachtige, volhardende massabewegingen kan een politieke klasse niet ongevoelig blijven zo leert de actuele geschiedenis.

 

Wat is jouw standpunt over de defederalisering van het sociaal overleg en de sociale zekerheid? Belet fiscale autonomie solidariteit? Hoe breed en diep zie je de solidariteit?

M.D.: Wie voor volwaardige zelfstandigheid van Vlaanderen gaat moet aanvaarden dat in die autonomie ook het belangrijke aspect van de sociale zekerheid moet worden opgenomen. De specifieke sociaal- economische situatie van Vlaanderen en de cultuur van een natie bepalen de programmatische inhoud van het sociaal overleg en de uitbouw van de sociale zekerheid. Er is gedurende voorbije jaren heel wat kennis verzameld hoe dit in zijn werk moet gaan. Ik verwijs naar gedetailleerde studies van bijv. het AK-VSZ, het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid. Ik verwijs ook naar het uitstekend werk van ex-N-VA- Senator Prof. Danny Pieters (KUL) die in zijn boek “Onze Sociale Zekerheid, anders en beter” (2009) een totaal andere benadering heeft dan de neoliberale van deze partij (het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn boek in de vergetelheid is beland). Het argument van de traditionele vakbonden dat je dan de solidariteit opgeeft gaat niet op. Waarom zou solidariteit aan de staatsgrenzen stoppen? De vakbonden steunen volop de oprichting en de strijd van de vakbonden aan de andere kant van de wereld. Waarom zou er dan geen solidariteit tussen buren zoals Wallonië en Vlaanderen kunnen bestaan? Zeker als we weten dat Wallonië één van zoniet de belangrijke economische partner van Vlaanderen is.

 

André Renard zag indertijd in de gewestvorming een middel voor eigen regionale structuren in Wallonië, voor een zelfstandig economisch-financieel beleid. Hoe komt dat die drang naar autonomie in Wallonië is stilgevallen?

M.D. : Ik verwijs graag naar wat wijlen Toon Roosens (1929-2003, lang de huisideoloog van het sociaal flamingantisme), stelde in zijn analyse naar aanleiding van de publicatie van zijn Marshallplan voor Wallonië in 1998. Hij zegde dat de Waalse politieke klasse werd gevormd in de strijd tegen het Belgisch establishment. De Waalse politieke klasse heeft zich geïdentificeerd met haar eigen volk, vooral in de naoorlogse teloorgang van haar economie. Wanneer Wallonië het Belgische status quo verdedigt is dat niet uit liefde voor België, maar uit welbegrepen eigenbelang. Wallonië eerst! Vandaar de voor Wallonië gunstige verdeelsleutels van federale gelden, de voortdurend onbespreekbare transfers van de sociale zekerheid. Roosens vindt dat de Waalse chantage volgens hem mogelijk is omdat “politiek Vlaanderen niet weet op welk been dansen zonder België. De Waalse politieke chantage is politiek legitiem. Geplaatst tegenover een Vlaamse politieke klasse die niet bereid is het Belgische kader te overstijgen, is de Waalse politieke leiding verplicht haar eigen bevolking te verdedigen binnen dit Belgische kader. Zij doet dit met brio die de grootste bewondering afdwingt”. Wij moeten zoveel mogelijk ernaar streven rechtstreeks met Wallonië samen te werken in een gezamenlijke win-win situatie los van de Belgische ‘valkuilen en schietgeweren’. Sociaal flaminganten werken daar aan. Ondermeer door vandaag te werken aan de actualisering van het Marshall-programma van Toon Roosens. Ook de Vlaamse Socialistische Beweging publiceerde enkele jaren gelden een gezamenlijke verklaring met Waalse regionalisten.

 

Hoe sta je tegenover de idee van een onafhankelijk Vlaanderen of van een deelstaat met maximale autonomie? Wie zie je dan als tegenpool optreden tegen wat velen als een (neoliberale) onderstroom omschrijven? Is de rol van de Vlaamse beweging dan uitgespeeld? Zie je nieuwe uitdagingen? En welke rol bedeel je de arbeidersbeweging daarin?

M.D.: In wat voorafging mag duidelijk zijn dat maximale autonomie voor Vlaanderen een legitiem, democratisch na te streven doel is. Maar dan moeten we een Vlaamse politieke klasse hebben die dat ook werkelijk wil en een echte Vlaamse volksbeweging. Louter op electorale scores rekenen dreigt ons snel te doen verzanden in het drijfzand van de particratie en rotte compromissen (cfr. het boek van de Gravensteenwerkgroep “Land op Tweesprong”). In dit verband kan fundamentele kritiek gegeven worden op de 6e staatshervorming die recent werd goedgekeurd. (we verwijzen in dit verband naar de persmededeling van de Vlaamse Volksbeweging, 20 december jl.). Een zelfstandig Vlaanderen mag echter niet het Vlaanderen van de rijke parvenu’s worden en de Vlaamse werkende bevolking als de hardwerkende koelies, die vooral moeten zwijgen met minimale sociale zekerheid en sociale dienstverlening, met de strijd tegen misbruiken die verward wordt met de jacht op de werklozen zonder vooruitzicht op een serieuze baan, met de jacht op armen en burgers (GAS-boetes). Ook de sociale dumping in de geest van de EU, het VOKA willen we niet in het Vlaanderen dat wij voor ogen hebben. Daarvoor is de uitbouw van een sterke sociaal Vlaamsgezinde beweging het enige alternatief om de eisen van een Vlaamse zelfstandigheid te verbinden met de eisen voor sociale ontvoogding van het Vlaamse volk. Een grote taak is weggelegd om een sociale, linkse tegenbeweging op gang te brengen in het vlaams-nationalisme en de sociale- en arbeidersbeweging warm te maken voor onze standpunten waarvan solidariteit én soevereiniteit de belangrijke peilers zijn.

 

Miel Dullaert

Geboren (°1948) in een christendemocratisch arbeidersgezin met studies aan de Faculteiten St-Ignatius Antwerpen en licentiaat KULeuven - Sociologie. Post-‘68-periode, actief in maatschappijkritische groepen in en rond de vakbond, KWB, Wereldwinkel, jeugdhuizen. Dit alles begin de jaren zeventig in een periode van nieuwe sociale bewegingen, bevrijdingstheologie, dekolonisatiebewegingen, Vietnamoorlog, anti-apartheidsstrijd, KWB-manifest over de onderneming. Sinds 1975 lid van het ABVV- BBTK en van de KP (tot 1992). Via Jef Turf in 1978 aangetrokken als redacteur voor het weekblad De Rode Vaan tot 1992. Daarna medewerker aan het maandblad Meervoud, en actief in verschillende progressieve flamingantische groepen w.o. V-SB (Vlaams- Socialistische Beweging), SFL(Sociaal Flamingantische Landdag), het Priester Daensfonds vzw.