Met de verkiezingen in het vooruitzicht is in Wallonië een bitse strijd aan de gang tussen de kameraden van de PS en die van de PTB/PVDA+. Beiden hebben een klopjacht op FGTB'ers ingezet om hun lijsten te versterken en zoveel mogelijk stemmen aan de linkerzijde bijeen te rapen.

Daar waar het Sp.a-machtsblok in Vlaanderen reeds lang doorbroken is, is de PS in Wallonië nog steeds enorm vergroeid met het sociaal-politieke leven en alle maatschappelijke instellingen, een macht die de partij met ijzeren hand en de nodige mandaten behoudt en die het niet zinnens is snel op te geven. Sinds kort lijken er evenwel barsten te verschijnen in het machtige PS-bolwerk. Wie in de Franstalige vakbonds- of politieke wereld vertoeft hoort immers alsmaar meer overtuigde sociaaldemocraten en linkse militanten hun gal spuiten over de moederpartij. Een deel van de oudere generatie 'traditionele' PS-stemmers en -militanten beweren zelfs voor de eerste keer in hun leven niet op de partij te stemmen ten bate van een andere linkse formatie, wat in deze middens een kleine revolutie op zich is. Een groot deel van deze stemmen lijkt naar de PTB te zullen vloeien die sinds haar ontstaan begin jaren zeventig, toen nog Amada, pas in 2012 haar echte doorbraak heeft gekend, een evolutie die zich verder lijkt zetten in aanloop naar de verkiezingen van mei.

De invloed van de brochure '8 vragen in verband met de oproep van één mei 2012 van het FGTB/ABVV Charlerloi-Sud Hainaut', uitgegeven door het FGTB Charlerloi zelf, in deze evolutie valt zeker niet te onderschatten. In de politieke en syndicale wereld van deze industriestad waar de PS haar invloed nog steeds sterk laat voelen, heeft de gewestelijk secretaris van de FGTB-centrale het aangedurfd om een brochure uit te brengen op meerdere duizenden (tweetalige) exemplaren die zich razendsnel verspreid heeft binnen de verschillende beroepscentrales en -sectoren van het ABVV. Geen zoveelste sociaaldemocratische brochure om leden te werven, maar een waarin de vakbondscentrale oproept om nauwere banden aan te knopen met bewegingen en partijen die zich links van de PS bevinden. In een wereld waar de Franstalige socialisten minder dan een decennium geleden nog het volledige machtsmonopolie bezaten, is dit zonder meer een kleine revolutie. Carlo Briscolini, voorzitter van het FGTB Charlerloi- Sud Hainaut, schrijft onder meer in zijn inleiding:

“De huidige moeilijke sociaal-economische (sic) situatie is de tol die wij sinds 1974 betalen voor de opeenvolgende crisissen waarvoor wij niet verantwoordelijk zijn. (...) wij betalen onophoudelijk voor de nefaste gevolgen van het kapitalistische systeem, terwijl zij de geproduceerde rijkdommen onder elkaar blijven verdelen. Wij worden onophoudelijk geconfronteerd met herstructureringen, bedrijfssluitingen, het afschaffen van sociale verworvenheden en ontslagen in een samenleving die continu in crisis verkeert, maar waarin een minderheid toch steeds rijker wordt, terwijl de zwaksten miserie kennen (...) In deze context moeten wij allen samen reageren tegen dit kapitalistische systeem zonder hoop.

(...) Wij willen onze gedragslijnen opnieuw duidelijk uitzetten, onze eisen verfijnen en onze ideologische standpunten benadrukken in een samenleving in crisis. Dit leidde tot de beslissingen van het Politiek Oriëntatiecongres van FGTB Charleroi-Sud Hainaut op 4 mei 2010. Tijdens dit congres hebben wij besloten om de bevoorrechte band met de PS opnieuw te bekijken en nauwere betrekkingen aan te knopen met alle democratische linkse partijen. Wij hebben een nieuwe politieke strategie nodig, want zonder sterke politieke spreekbuizen aan de linkerzijde zijn wij gedoemd om steeds achteruit te gaan. (...) Om de krachtsverhoudingen ten opzichte van het patronaat en rechts te veranderen, hebben wij een sterk ABVV nodig en een nieuwe linkse

politieke kracht die deze naam waardig is. De politieke strategie die wij in de plaats stellen van het beleid van “het minste kwaad” (de sociaal-democratie [sic]) bevordert het ontstaan en de ontwikkeling van tegenkrachten die zo breed mogelijk moeten worden. Dat is de betekenis van de oproep die wij op 1 mei 2012 hebben gedaan. Wij willen dus dat er aan de linkerzijde een nieuw, krachtig alternatief tot stand komt, zodat het beleid van de laatste decennia resoluut een andere weg kan opgaan. Met deze informatiebrochure (...) willen wij een grootschalig democratisch debat op gang brengen, zowel binnen de FGTB/ABVV-structuren als erbuiten, met alle progressieve krachten die bij ons willen aansluiten.”

Een oproep die danig wat rumoer in Franstalige vakbondsmiddens heeft veroorzaakt en zich snel verspreid heeft binnen andere (klein-)linkse politieke formaties, in het bijzonder de PTB/PVDA+ die haar kans mooi zag om de misnoegde stemmen in de vakbond en daarbuiten binnen te halen.

In hetzelfde pamflet wordt eveneens de 1 mei-toespraak van Daniel Piron, gewestelijk secretaris van dezelfde vakbondscentrale, uit 2012 integraal opgenomen waarmee hij een frontale aanval op de PS lanceerde:

“Iedere keer wordt er een stuk van de verworvenheden van de strijd van onze voorgangers van ons afgepakt. (...) Ieder keer opnieuw hebben wij de PS gewaarschuwd dat het genoeg was: bij de hervorming van het onderwijs, het Globaal Plan, het Generatiepact, de controles op de beschikbaarheid van de werklozen (...) Natuurlijk zal men reageren dat het Belgische politieke landschap iedereen verplicht om compromissen te sluiten. Mijn antwoord luidt dat als je te veel water bij de wijn doet, de smaak verdwijnt. En momenteel smaakt de linkerzijde te veel naar rechts (...) Vandaag, Kameraden van de PS, aanvaarden onze militanten niet langer het beleid van het minste kwaad. De toverspreuk “zonder ons zou het erger zijn” is een belediging voor hun intelligentie. (...) De oproep die wij lanceren, is erop gericht om iedereen links van de PS en Ecolo te verenigen. (...) Eigenlijk doen wij een oproep tot een nieuw Front Populaire of Volksfront. (...)

Is de PS een rechtse partij? Aan dat spelletje doe ik niet mee. Het is een reformistische sociaal-democratische (sic) partij die nu meer dan ooit wordt meegesleurd in de draaikolk van Europese dictaten waaraan ze zich vrij gehoorzaam onderwerpt. De regering Di Rupo heeft het begrotingsverdrag ondertekend. (...) Rechts Europa regeert met medeplichtigheid van de socialistische partijen. De werknemers betalen het gelag!”

Niet alle FGTB'ers zijn het echter eens met dit standpunt. Zo riep Anne Demelenne, algemeen secretaris van het FGTB, begin dit jaar in de media de Franstalige linkse en progressieve kiezers op om PS te stemmen omdat steun aan een kleinere linkse partij de progressieve stem enkel maar verder verdeelt. De PTB daarentegen repliceerde prompt dat een dergelijke stem de linkerzijde net versterkt, rekening houdend met het beleid dat de PS de voorbije jaren gevoerd heeft.

Met de komst van de verkiezingen in het achterhoofd zijn FGTB'ers en CSC'ers sindsdien gegeerde verzamelobjecten geworden in Wallonië. De PTB pakt om de haverklap uit met nieuwe vakbondsmensen op haar lijsten, zoals de arbeider Frédéric Gillot die lijsttrekker voor het Waals Gewest wordt in Luik en jaren geleden voorzitter van een lokale PS-afdeling was. Een slag in het gezicht van de PS die bij de volgende verkiezingen nog niet hoeft te vrezen haar macht af te staan, maar die haar controle wel langzaam maar zeker voelt afbrokkelen na een jarenlange regeringsdeelname waarbij de sociaaldemocratische partijen actief meegewerkt hebben aan de afbraak van de welvaartsstaat en mee het neoliberalisme in België vorm hebben gegeven. Een keuze waarvoor de Sp.a in Vlaanderen reeds geruime tijd het gelag betaalt en waar de PS nu ook

voor begint te vrezen. De concurrentie tussen links in Wallonië is zelfs zo groot dat Waals minister Jean-Claude Marcourt op zijn beurt onlangs een grote persconferentie organiseerde nadat hij erin geslaagd was een enkele FGTB'er aan te trekken om op de Luikse PS-lijst te fungeren, kwestie van niet onder te hoeven doen voor de PTB.

 

Geen institutionele aardverschuiving

Het FGTB Charlerloi-Sud Hainaut mag dan een nieuwe en verfrissende wind doen waaien door het PS-monopolie op de socialistische vakbond te doorbreken, het stelt de bestaande institutionele structuren niet in vraag door binnen het Belgische kader te blijven fungeren wat, rekening houdend met de regionalistische stroming binnen de vakbond in la Wallonie profonde, evenzeer opmerkelijk is. In hun pamflet kiezen de syndicalisten er duidelijk voor om de belangrijkste bevoegdheden in handen te houden van de Belgische structuur, hoewel ze zich uitsluitend richten op het Franstalige politieke landschap: “de FGTB’ers van Charleroi waren nooit overtuigde regionalisten. En de geschiedenis lijkt ons gelijk te geven. Elio Di Rupo had vóór de onderhandelingen wel beloofd dat geen enkel gewest er armer van zou worden, maar wij stellen vast dat de overgehevelde middelen onvoldoende zijn voor de uitdagingen van Wallonië. Als wij niet opletten, krijgt het sociaal overleg minder ruimte. Ik herhaal dat onze Gewestelijke de belangrijkste mechanismen voor interpersoonlijke solidariteit, sociale zekerheid, fiscaliteit en arbeidsrecht in de collectieve overeenkomsten op federaal niveau wil houden”, aldus Piron in zijn 1 mei-toespraak.

 

Een bitse strijd

Het pamflet mag voor de progressieveling dan weinig revolutionair lijken, binnen de Franstalige politieke wereld en vakbondskringen valt de impact ervan in aanloop naar de verkiezingen niet te onderschatten. De PTB speelt er op haar beurt handig op in en bereidt zich voor op een aantal verkozenen en het kapen van een paar procent van de PS- of Ecolo-stemmen. De impact in Vlaanderen zal zich niet meteen laten voelen. Daar is de macht van de Sp.a reeds lang gebroken en het aantal nieuwe PTB/PVDA+-verkozenen zal in principe te gering zijn om veel druk op regionaal, federaal of Europees niveau te kunnen uitoefenen. Het valt moeilijk in te schatten wat op lange termijn de impact van de marxistische partij zal zijn op de gevestigde sociaaldemocratische machtspartijen. Het staat in elk geval vast dat de Belgische linkse partijen en socialistische vakbond nog steeds weigeren om de regionalistische kaart te trekken, in tegenstelling tot hun talloze evenknieën in andere Europese regio’s, en er daardoor nooit in zullen slagen om de macht te breken die hen zo verknecht en die ze willen omverwerpen.