Bij lokale verkiezingen op 5 mei jl. in het Verenigd Koninkrijk kende de linkse soevereinistische Sinn Féin in Noord-Ierland een historische overwinning: ze werd voor het eerst de grootste partij. Premier Boris Johnson en zijn partij werden afgestraft. Ook in Schotland, Wales en Engeland werden de conservatieven van premier Boris Johnson afgestraft. (*) 

In Noord-Ierland gaf de historische overwinning van de links-soevereinistische Sinn Féin (“Onszelf”) een grote schok aan de lokale politiek. Sinn Féin stelt de hereniging van het eiland voor en was al de eerste partij qua aantal stemmen bij de algemene verkiezingen van de Republiek Ierland in 2020. De partij behaalde 29% van de stemmen, waarmee 27 van de 90 zetels werd veroverd in het halfrond van Belfast. De overwinning van Sinn Féin loopt parallel met de nederlaag van de Democratic Unionist Party (DUP) de partij die Noord-Ierland onder de vleugels van het Verenigd Koninkrijk wil houden en onafgebroken regeert over Noord-Ierland sinds 2007. De pro-monarchistische macht heeft bijna 7% verloren in vergelijking met vijf jaar geleden, met 21,33 procent van de stemmen of 25 afgevaardigden. Volgens het vredesakkoord van 1998, dat een einde maakte aan de gewapende strijd van het Ierse nationalisme (IRA), berust de rol van eerste minister bij de leider van de partij met de meeste stemmen, terwijl de leider van de tweede politieke partij de post krijgt van vice- premier. Het lijkt er echter op dat politieke krachten plannen smeden om de weg van Sinn Féin naar het premierschap te blokkeren. Michelle O’ Neill stelde dat deze verkiezingsuitslag een beslissend moment is voor onze politiek en voor onze mensen. “Vandaag wordt een nieuw tijdperk ingeluid dat ons allemaal de mogelijkheid biedt om de verhoudingen in deze samenleving opnieuw vorm te geven op basis van gelijkheid, en op basis van sociale rechtvaardigheid”. Als de DUP weigert het akkoord van 1998 uit te voeren, ziet Sinn Féin een alternatief in de derde politieke macht van het land, Naomi Longs Alliance Party of Northern Ireland (APNI). Deze partij behaalde ook het beste resultaat ooit: 17 afgevaardigden met 13,53% van de stemmen.

 

Verenigd Koninkrijk in diepe crisis

De politieke crisis in het Verenigd Koninkrijk is nu duidelijk. En niet alleen in Noord-Ierland. Het Brexit-referendum speelt een rol. Maar ook het controversiële beleid van de regering van premier Boris Johnson. We verwijzen naar de manier waarop de regering met de pandemie omging (verboden feestjes in Downing Street 10) en de oorlogszuchtige verklaringen en opstelling tegen Rusland. Deze en andere terreinen heeft de spanningen tussen de naties die het Verenigd Koninkrijk telt verscherpt. De middelpuntvliedende krachten worden steeds groter en weerspiegelen de voorkeur van de kiezers. Ooit gaven ze de voorkeur aan de interne stabiliteit onder de controle van de Londense monarchie. Maar vandaag zien vele kiezers dat als een beperking.

In Schotland behaalde de Scottish National Party (SNP) van premier Nicola Sturgeon opnieuw een verpletterende overwinning, door het aantal zetels in de gemeenteraden te vergroten. En dat in het licht van de verdere ineenstorting van de Scottish Conservative & Unionist Partij, de Schotse equivalent van de conservatieve Tories. We herinneren eraan dat de SNP voorstelt om het referendum over de onafhankelijkheid van Schotland te herhalen, nadat in 2014 bijna 45% van de Schotten zich hadden uitgesproken voor het loskoppelen van Londen. Volgens Sturgeon hebben de Brexit en recente ontwikkelingen in de Britse politiek het percentage Schotten voor onafhankelijkheid verder vergroot. In Wales en Engeland heeft het electoraat besloten om vooral Boris Johnson te straffen. Wat geleid heeft tot het wegsmelten van de conservatieven. Labour heeft zich in beide naties gevestigd als eerste politieke kracht, maar het resultaat was ook positief voor de liberaal-democraten.

Hoewel de conservatieve verliezen in de vier naties groter waren dan verwacht, vertrouwden miljoenen Britse kiezers Labour niet om hen hun proteststem te geven tegen de crisis in de kosten van levensonderhoud en de rampzalige prioriteiten van Boris Johnson tijdens het uitbreken van Covid”, stelde Robert Griffiths, voorzitter van de Communistische Partij van Groot-Brittannië. Volgens hem waren in Engeland de Liberaal-Democraten en de Groenen de grote overwinnaars. Terwijl Labour, onder de matte leiding van Keir Starmer, er niet in slaagde vooruitgang te boeken in een groot deel van Noord-Engeland, het zuidwesten en Cornwall. Volgens de voorzitter van de Communistische Partij betaalt Labour nog steeds de prijs voor de onduidelijke keuzen die zijn gemaakt in het referendum voor de Brexit en zeker ook voor de zuivering van de linkervleugel van de partij door de nieuwe ploeg van de gematigde Keir Starmer, die twee jaar geleden de plaats innam van de linksere Jeremy Corbyn. In die zuivering verloor Labour zowat 150.000 leden. De CP veroordeelde ook de oorlogszuchtige taal van de Britse regering. De CP meent dat de expansiepolitiek van de Verenigde Staten, de NAVO en de Europese Unie naar Rusland tot de boosdoeners van de Oekraïense crisis behoren.

(*) Bron: bewerking ”Sinn Féin vince in Irlanda del Nord, gli inglesie puniscono Johnson”, Giulio Chinappi, Political Blog

 Miel Dullaert