Vandaag, 18 juli, bereikten de actiecomités die tegen het Saeftinghedok en tegen het BAM-tracé van de zogenaamde Oosterweelverbinding strijden een opmerkelijk akkoord met de Vlaamse Regering. Doel2020, Erfgoedgemeenschap Doel & Polder, Straten-Generaal, Ademloos en Ringland konden afdwingen dat het voorheen "voldongen" project van een nieuw dok in Doel wordt teruggeschroefd naar een "complex project" waarbij eventuele alternatieven onderzocht kunnen worden. Al blijft waakzaamheid geboden.

Het is een opmerkelijke "geste", aangezien de Vlaamse Regering en de deelnemende politieke partijen twee decennia lang heel onverzettelijk waren in de kwestie. Het dossier rond het polderdorp Doel krijgt van Ben Weyts, Vlaams minister van mobiliteit en openbare werken, een nieuwe "doorstart" als een "complex project" (volgens het decreet van 25 april 2014 is dat "een project van groot maatschappelijk en ruimtelijk-strategisch belang dat om een geïntegreerd vergunningen- en ruimtelijk planproces vraagt"). De bedoeling is, naar eigen zeggen, "zo snel mogelijk een zo breed mogelijk gedragen oplossing bieden en tegelijk juridische en andere gevechten maximaal vermijden” [1]. Vermoedelijk zal vooral dit laatste de drijfveer zijn want tot nog toe werd het overgrote merendeel van de rechtszaken die door de actiecomités werden aangespannen ook gewonnen. De Raad van State heeft al meermaals beslist dat Doel en omgeving nog steeds woongebied is. Het GRUP dat in het Saeftinghedok moet voorzien dreigt binnenkort geheel door de Raad van State afgekraakt te worden. De juridische strijd is dus een dood spoor voor de Vlaamse Regering en de lobbygroepen van de haven. Wellicht hoopt de regering nu de strijd te kunnen voeren via een mediacampagne met als klassieke argumenten de "economische groei" en "extra jobs".

De argumentatie over economische groei en extra jobs hebben we al meermaals op de korrel genomen. Meer en meer gebeurt de verwerking van containers - waar deze regering op mikt - automatisch, zodat van nieuwe jobs amper sprake is. Het Deurganckdok bijvoorbeeld draait nog steeds amper op 16% capaciteit en van de 5000 beloofde jobs zijn er uiteindelijk 400 effectief gekomen [2]. Bovendien is het maar de vraag voor wie de groei precies is die komt met de toename van import uit landen met zeer bedenkelijke sociale en milieu-wetgeving. Naar wie gaan de winsten daarvan? Niet naar de Vlaamse fiscale pot, want de havens blijken ook nog eens een zeer gunstig fiscaal regime te hebben [3]. Een groei in containertrafiek wordt kritiekloos voorgesteld als een positief gegeven. Het is in de verste verte echter niet duidelijk hoeveel jobs er zullen bijkomen met dat Saeftingheproject, dat naast de rechtstreekse havenuitbreiding van 700 hectare ook nog "natuurcompensaties" van 800 hectare zou omvatten. Het is zeer de vraag of die vage beloftes van jobs en groei werkelijk de ecologische en maatschappelijke impact waard zijn van zo'n megalomaan project waarvan de reële kost om het te bouwen eigenlijk niet eens geweten is. Ook over de gigantische verkeersproblemen die zullen ontstaan met dat nieuwe dok wordt niet gepraat: aangenomen dat het dok ooit op volle capaciteit zou draaien (wat zeer twijfelachtig is) zou er elke seconde een vrachtwagen uit de haven vertrekken. Evenmin wordt er over de andere kant van deze "groei" gepraat: de kwalitatieve jobs die verdwijnen door deze internationalisering.

Het is in dat opzicht wel interessant dat de Vlaamse Regering niet langer lijkt uit te gaan van de eerdere "voldongen feiten", maar nu in plaats van de absolute noodzakelijkheid van een nieuw dok eerder uitgaat van de "vaststelling van een probleem" inzake de "nood aan extra containerbehandelingscapaciteit". Groei in cobtainertraffiek blijft dus een dogma, maar er is nu blijkbaar toch ruimte om na te denken over alternatieven voor het dok, dankzij de gezamenlijke strijd van de actiecomités van Doel en Antwerpen. We zijn verheugd dat deze strijd nu (bescheiden) vruchten afwerpt, maar voorzichtigheid blijft noodzakelijk.

Nog diezelfde week trok ook het Europees Hof van Justitie een streep door het GRUP-plan voor het Saeftinghedok, meer bepaald de zogenaamde "natuurcompensatie" in het plan, dat kort gesteld neerkomt op het vernietigen van bestaande natuur om er nieuwe "natuur" aan te planten. Volgens het Hof is er niet voldoende naar mogelijke alternatieven gekeken.

An sich klinkt het principe van natuurcompensatie heel positief: moet natuur wijken voor industriële ontwikkeling, dan dient dit verlies gecompenseerd te worden met nieuwe natuur. Het is zeker een enorme vooruitgang tegenover de "laissez-faire"-politiek van weleer die natuur en milieu louter als een "externaliteit" beschouwde, niet relevant aangezien ze geen becijferbare factor vormen in het spel van "prijsvorming" in de markt (kosten die niet in de boekhouding van een bedrijf verschijnen bestaan niet). Natuurcompensatie is een mooi voorbeeld van hoe de gemeenschap moet ingrijpen om het falen van de vrije markt binnen de perken te houden.

De Vlaamse Regering (en niet alleen de Vlaamse) hanteert echter een andere kijk op natuurcompensatie. Een die in essentie op dezelfde principes van "geëxternaliseerde kosten en opbrengsten" gebaseerd is. In deze visie is "natuur" herleidbaar tot het aanplanten van nieuwe bomen en het onder water zetten van stukken land. De kwaliteit van de "compensatie" is van geen tel. Ironisch genoeg heeft dat dus als gevolg dat een kwalitatief redelijk waardevol stuk poldergebied dat vrij uniek is in z'n ecologisch karakter moet wijken voor nep-natuur waarvan de ecologische waarde niet bepaald duidelijk is. Hier is bureaucratisch "gefoefel" aan het werk: het betreffende stuk poldergebied geldt vandaag immers als landbouwgebied en dat wordt niet als natuur beschouwd. We weten dat agrarische industrie en natuur nogal vaak tegenstrijdig zijn, maar in het geval van de Scheldepolders gaat het om gronden, wijden en waterreservoirs die al eeuwen in ontwikkeling zijn en waar lokale landbouw en natuur in symbiose samen gaan. Het gaat om gebieden waar nog heel wat zeldzame vogelsoorten broeden bijvoorbeeld, en dit al eeuwenlang in harmonie met de aanwezige mens. Maar omdat dit vanuit de administratie gezien geen natuurgebied is, moet het wijken voor "echte natuur", dat wil zeggen, nieuw aangeplante natuur. Cynisme ten top dus.

De beslissing van het Europees Hof van Justitie ligt nu in de lijn van de kritiek die de actiegroepen hadden op deze "compensatie". Dat betekent dat de Vlaamse regering op zoek moet naar een andere manier om de natuur te compenseren. Aangezien er in Vlaanderen niet veel vrije ruimte meer is om te vervangen door "compensatie" is dat een groot probleem voor de regering, en voor het hele Saeftingheproject. 

 

[1] persbericht Doel 2020, 17 juli en persbericht kabinet Weyts, 18 juli 

[2] zie de handige infovideo van de Derde Generatie, "Doel - de vernietiging van een dorp", op Youtube of Doel2020.org, met een overzicht van de cijfers rond het Saeftingheproject.

[3] deredactie.be 8 juli 2016: "Europa onderzoekt fiscaal gunstregime van Belgische havens"